Ilse Derluyn
Beste UGent’ers,
Binnenkort kiezen jullie het rectorale duo voor de bestuursperiode 2025–2029. Zoals jullie weten ben ik kandidaat-vicerector, samen met kandidaat-rector Rik Van de Walle.
Ik heb die keuze gemaakt omdat ik werken aan een universiteit en aan de UGent in het bijzonder een ongelooflijk mooie en verrijkende job vind. Maar ook omdat de universiteit als instituut onontbeerlijk is voor de maatschappij. Omwille van de intrinsieke waarde van de kenniscreatie die ze realiseert en omdat ze antwoorden op maatschappelijke uitdagingen aanreikt. Maar minstens even belangrijk omwille van de kritische stem die de universiteit kan zijn en de kansen die ze biedt om jonge mensen op te leiden met een multiperspectivistische, kritische blik. Kandidaat-vicerector zijn is voor mij een heel duidelijke keuze om dat soort universiteit mee vorm te geven en de UGent voor alle studenten en medewerkers tot een zo verrijkend mogelijke omgeving te maken.
Mijn passie voor beleid op universitair niveau is geleidelijk gegroeid, gevoed door de ruime beleidservaring die ik doorheen mijn loopbaan heb opgebouwd, onder meer als facultair diversiteitscoördinator en als lid van opleidingscommissies, de onderzoeksraad en de raad van bestuur. In die beleidsfuncties mocht ik meebouwen aan een op vertrouwen gestoelde werkomgeving voor medewerkers, een stimulerende leeromgeving voor studenten en een financieel gezonde universiteit in budgettair en organisatorisch moeilijke tijden.
Het welzijn van medewerkers en studenten en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag zijn thema’s die mij de voorbije jaren erg na aan het hart lagen, zowel in mijn onderzoek als in mijn beleidsrollen. Ook hier werd al belangrijke vooruitgang gerealiseerd, maar er liggen nog heel wat uitdagingen voor ons, onder meer in het versterken van de loopbaanbegeleiding voor alle medewerkers, in meer aandacht voor internationale staf, in het stimuleren van dialoog en wederzijdse feedback, in het beter ondersteunen van leidinggevenden en in het nauw opvolgen en waar nodig bijsturen van de recent vernieuwde tuchtprocedures. Samen met Rik beschouw ik het welzijn van alle medewerkers en studenten als een van de belangrijkste prioriteiten in de komende bestuursperiode.
Mijn onderzoek naar het welbevinden van mensen met een vlucht- of migratieachtergrond en van andere, vaak kwetsbare groepen in de samenleving heeft mij een brede kennisbasis geboden rond tal van aspecten van welzijn, diversiteit en inclusie. Die ruime, op wetenschappelijk werk gebaseerde kennisbasis zal ons als rectoraal team ondersteunen in de verdere uitbouw van een inclusieve ‘universitas’, een universiteit waar elke student en elke medewerker erbij hoort en ertoe doet. Ik ben ervan overtuigd dat we de komende jaren nog meer kunnen en moeten streven naar waardering voor eenieders talenten en het telkens opnieuw zoeken naar verbinding tussen mensen, overheen verschillen in onder meer taal, cultuur, leefcontext, opleiding of achtergrond.
Zoeken naar verbinding tussen mensen vraagt nauwgezet luisteren. In de aanloop naar de komende verkiezingen had ik het voorrecht te luisteren naar heel veel studenten en medewerkers, over entiteiten en geledingen heen, die me vertelden over hun ideeën over de UGent van vandaag en morgen. Hun inbreng was bijzonder verrijkend. Rik en ik nemen die zoveel mogelijk mee in ons programma en bij toekomstige beleidskeuzes. Luisteren en in dialoog gaan, daarbij van mening kunnen en mogen verschillen, om finaal zo goed mogelijke beslissingen te kunnen nemen, is waar ik resoluut voor kies en waarom ik me kandidaat stel. Dat moeten en willen wij doen, telkens opnieuw, in een universiteit waar participatie centraal staat.
Hoewel ik in mijn leefcontext tot een maatschappelijk geprivilegieerde groep behoor, ken ik, door mijn onderzoek maar ook door mijn vrouw- en moeder-zijn, de impact van stereotypen. Ieders hoofd zit trouwens vol met stereotypen. In onze leef- en werkcontext zijn velen, ook ik, soms geneigd zich te omringen met wie en wat bekend voelt. Onze universiteit heeft in de voorbije jaren belangrijke stappen gezet inzake carrièremogelijkheden voor vrouwen. Niettemin zijn er nog steeds barrières en moeten we vrouwen daarom actief blijven ondersteunen in hun loopbaan, net als andere groepen die minder gemakkelijk de weg vinden naar of doorheen onze universiteit. Ook dat is een ambitie die mij stimuleert om kandidaat-vicerector te zijn.
Diversiteit is er aan de UGent ook in onderzoeksdisciplines en opleidingen. Die breedte aan disciplines en opleidingen moet er wat ons betreft zijn, ook – en zelfs in het bijzonder – wanneer ze maatschappelijk ter discussie gesteld wordt. Interdisciplinaire samenwerking tussen uiteenlopende opleidingen en onderzoeksdomeinen biedt bijzondere kansen om complexe problemen zoals de klimaatproblematiek of andere maatschappelijke uitdagingen beter te benaderen en studenten nog beter op te leiden. Onze diversiteit biedt kansen om van elkaar te leren en verder te groeien, in onderzoek, in onderwijs en ook in maatschappelijk engagement.
Een universiteit is voor Rik en mij een onlosmakelijk deel van de bredere maatschappij. In mijn onderzoek en samenwerkingsverbanden heb ik heel vaak ervaren hoe belangrijk en vruchtbaar die wederzijdse verbindingen met de bredere maatschappij zijn, voor onderzoekers, voor maatschappelijke actoren én voor studenten. Sociale bewogenheid was en is voor mij altijd een belangrijke drijfveer in mijn keuzes. De UGent heeft al veel ruimte en ondersteuning gecreëerd voor de maatschappelijke betrokkenheid van haar medewerkers en studenten. We willen voortgaan op dit elan, door die ruimte nog te versterken en de enorme expertise binnen de UGent maximaal te delen en zichtbaar te maken. En door een belangrijke stem te blijven in het maatschappelijke debat. Hierbij willen we in de komende vier jaar de academische vrijheid en de onlosmakelijke band tussen academisch onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke betrokkenheid hoog op de universitaire en maatschappelijke agenda houden, verder uitwerken en beschermen.
Ons academisch onderwijs en de economische en maatschappelijke impact die we realiseren kunnen maar bestaan dankzij het excellente onderzoek dat aan onze universiteit gebeurt. Ook in mijn academische carrière stond onderzoek altijd centraal. Ik sta voor onderzoek dat in de eerste plaats wetenschappelijk, maar ook maatschappelijk, een verschil maakt. Onderzoek dat perspectieven verbreedt, dat onze kennis en ons denken verdiept. Onderzoek dat kwalitatief hoogstaand is, tracht te vernieuwen, en wetenschappelijk en maatschappelijk integer wordt gerealiseerd. Onderzoek dat verder kijkt, de wereld rond, om in gelijkwaardige partnerschappen – ook in het Globale Zuiden – elkaar te versterken. Ik kijk er dan ook erg naar uit om de kans te krijgen in de komende jaren al onze onderzoekers te helpen in het realiseren van die bijzonder belangrijke opdracht.
Ik kijk ernaar uit om samen te werken met Rik. We hebben elk onze eigen ervaring, kennis, persoonlijkheden en capaciteiten. We zijn op veel vlakken complementair. Die complementariteit maakt ons als team erg geschikt om ons mens- en toekomstgerichte programma te realiseren en het beste van onszelf aan onze universiteit te geven. Ik hoop dat ons programma, onze ervaring en onze ambities jullie kunnen overtuigen.
Ilse Derluyn